BOND PRECAIRE WOONVORMEN

OPINIE: dit artikel verscheen eerder op de Linkedin pagina van Gert Jan Bakker, Consulent Meldpunt Ongewenst Verhuurgedrag werkzaam bij Stichting !Woon

Mijn nichtje woont al jaren in Amsterdam, voor studie en werk, maar moet elke paar maanden opnieuw verhuizen. Even tijdelijk een kamertje bij iemand in huis, dan eventjes ergens antikraak in een zelfbouw-koopwoning, dan weer een tijdelijk huurcontract, daarna weer ergens illegaal woningdelen (want eigenaar wil geen vergunning aanvragen maar wél de € 2.000 per maand vangen): ze gaat van tijdelijke plek naar tijdelijke plek. Een voortdurende stress over de woononzekerheid is het gevolg, een veilige en rustige plek die echt nodig is om een leven op te bouwen ontbreekt. De urbane nomade.

Ik keek op Kamernet, een grote website met aanbod van particuliere kamers. Ik schrok van wat ik zag. Ik ben al lang professioneel bezig met huurprijzen, huurrecht, woonproblematiek en allerlei misstanden die door huisjesmelkers worden gemaakt. Nu zag ik op Kamernet een advertentie voor een kamer van 16m2 in Slotermeer te huur voor € 950 per maand. Een kamer van 10m2 in Osdorp staat te huur voor € 700. In Zuidoost staat een kamer te huur voor maar liefst € 1.200, dan krijg je 16m2, en de advertentie meldt verder dat de “keuken mag alleen gebruikt worden voor opwarmen en bewaren van voedsel, niet koken.”

Is dít wat wij onze jongeren bieden? Zelfs voor de kleinste kamertjes aan de randen van de stad betaal je € 700 of € 1.200? Wie kan en wil dat betalen? Wat zegt dit over de woonkansen voor jonge Amsterdammers? Moeten alle jong volwassenen tot hun 30ste thuis blijven wonen? Hoe moet je zelfstandig worden wanneer je geen betaalbare huisvesting kunt vinden? Accepteren we als oudere generatie dat verhuurders zo met onze jongeren omgaan? Of vinden we het wel best allemaal?

Juist deze kwetsbare, jonge en vaak nog armlastige groep van jongeren, starters, arbeidsmigranten en studenten laten we in de kou staan. Onze jongeren moeten voor kleine kamertjes huurprijzen betalen die hoger liggen dan de maandelijkse hypotheeklasten van de gemiddelde huizenbezitter.

Natuurlijk, de corporaties verhuren ook kamers en voor lagere prijzen, en ook in de particuliere sector zijn er wel kamers te huur voor wat minder geld. Er lijkt echter geen enkele rem meer te zijn op de prijzen voor kamerhuur. Dit probleem speelt overigens niet exclusief bij kamerverhuur.

Zowel voor de huur van zelfstandige woningen als voor kamers geldt het Woningwaarderingsstelsel (WWS) ofwel het ‘puntensysteem’. Volgens dit wettelijke stelsel zouden de meeste kamers ongeveer € 300 mogen kosten. Maar, en daar komt de aap uit de mouw: verhuurders hóeven zich helemaal niet aan dit huurprijzenstelsel te houden. Waarom zou een particuliere eigenaar een kamer voor € 300 verhuren als hij vanwege de woningnood, en dat is toch echt niet de verdienste van die eigenaar, ook gewoon € 700 kan vragen?

Ja, de huurder mag naar de Huurcommissie om de huurprijs te laten toetsen aan dit puntenstelsel, en als de huurprijs te hoog is kan deze worden verlaagd. Je bent er als kamerhuurder vervolgens wel zeker van dat je tijdelijke huurcontract niet meer wordt verlengd, en dat de relatie met de verhuurder niet meer goed zal zijn. De huurder, vaak jongeren die net het ouderlijk huis hebben verlaten, moet zelf maar die te hoge huurprijs aanpakken, en als hij dit doet mag hij ook de woede van de verhuurder over zich heen krijgen. Het initiatief hebben we bij de huurder neergelegd, terwijl die al vaak in een afhankelijke positie verkeerd. Tijdelijke huurcontracten zijn de norm geworden bij kamerverhuur, en het betreft vaak jonge mensen, dus is het dan wel zo verstandig om het initiatief bij die huurder neer te leggen?

Waarom gunnen we deze verhuurder een opslag van € 400 per maand, waarom geven we hem dit cadeautje eigenlijk? Een cadeautje met dank aan de woningnood: betaald door een arme student. Het is duidelijk dat het wringt.

Is er dan niets aan te doen? Jawel. Amsterdam doet gelukkig al veel. Natuurlijk helpt het bouwen van meer kamers, en de gemeente heeft de ambitie om de komende jaren 10.500 nieuwe kamers te realiseren bovenop de 10.000 kamers die de afgelopen vier jaar al zijn gebouwd. Bouwen alleen is echter niet voldoende. Het zou goed helpen als we het vrijblijvende karakter van het puntensysteem wettelijk verplicht gaan maken. Dan mag een verhuurder een kamer met een volgens het WWS wettelijk vastgestelde maximale huurprijs van € 300 die kamer niet voor een hoger bedrag verhuren, dat zou dan een strafbaar feit opleveren. Een verhuurder die structureel te hoge huurprijzen vraagt zou vervolgd kunnen worden door het OM. We halen daarmee het initiatief om iets te doen tegen te hoge huren weg bij de individuele huurder en maken de aanpak van woekerhuren een verantwoordelijkheid van de samenleving.

Bij lagere huuropbrengsten worden er waarschijnlijk tijdelijk even iets minder kamers op de markt aangeboden, maar dat komt wel goed. Ik kan me ook voorstellen dat als het WWS verplicht wordt ingevoerd de gemeente zou kunnen bewegen met de grondprijs om nieuwbouw te stimuleren.

Grootste voordeel voor onze jonge generatie stadgenoten is dat ze weer betaalbaar kunnen wonen, en deze maatregel zet tegelijkertijd een rem zet op het prijsopdrijvende effect van alsmaar stijgende huurprijzen. Voor de vele buy-to-let beleggers die woningen opkopen om ze kamersgewijs voor woekerhuren uit te melken wordt het ook minder interessant. Huisjesmelkers krijgen minder voet aan de grond. Minister Ollongren wil een ‘noodknop’ voor te hoge huren in de vrijesector (prima!), maar waarom ondernemen we tegelijkertijd geen actie om onze jongeren te beschermen tegen de grillen van de markt? Beste Minister, zullen we dit gewoon gaan regelen?

Gert Jan Bakker

werkzaam bij Stichting !WOON

nl_NLNL