Cijfers minder huisuitzettingen vertekenen. Flexhuurders zijn niet opgenomen in het overzicht.
Afgelopen week kwam er goed nieuws. “Weer minder huisuitzettingen in 2016” kopte de Volkskrant. Ook Aedes, branchevereniging voor woningcorporaties, was positief geluimd over de 14% vermindering ten opzichte van 2015. Die vermindering bleek uit een enquête van Aedes onder 185 woningcorporaties.
Maar toch, er knaagt iets als je de cijfers leest. Ze verhullen namelijk iets heel belangrijks. Mensen met een tijdelijk of flexibel huurcontract lijken niet te worden meegerekend.
Voorkom huisuitzettingen.
“Het aanbieden van hulp werkt beter dan het sturen van een aanmaning. Woningcorporaties doen er alles aan om huisuitzetting te voorkomen: huisbezoeken, huurders bellen, verwijzen naar hulpverleningsinstanties en organiseren van achter-de-voordeur-projecten. Ook sluiten corporaties convenanten met gemeenten, welzijnsorganisaties en schuldhulpverlening.” Zo stelt Aedes in haar nieuwsbericht.
Bij de Bond Precaire Woonvormen zijn we oprecht blij dat voor het derde jaar op rij het aantal huisuitzettingen daalt. Gezien de context van groeiden woonarmoede waarbij lonen zijn gedaald en huren sterk gestegen. De sociale ellende en ontwrichtende werking van het verliezen van een dak boven je hoofd op mensen, gezinnen en sociale (wijk-) structuren gun je niemand.
Hulde.
Maar toch. Tonny Dijkhuizen, perswoordvoerder van Aedes, kan desgevraagd niet aangeven waarom tijdelijke huurders niet zijn meegenomen in de cijfers. “We hebben dat onderscheid niet gemaakt. We pretenderen ook niet een volledig beeld te geven”. Flexhuur is in ieder geval niet als categorie of oorzaak voor huisuitzetting zoals huurachterstand(85%), onderverhuur(6%) overlast(4%) soft-en/of harddrugs (4%) benoemd en dat roept vragen op.
Nog even over huisuitzettingen: flexhuur.
Want flexhuurders: precies daar zijn er steeds meer van. Door de wet doorstroming huurmarkt (2016), het jongerencontract (2016), de uitbreiding van de leegstandwet in (2013), de inzet van rechteloze antikraak (2010) introductie van het campuscontract (2006) en vele andere flexwetten en flexcontracten, zijn er steeds meer (semi-) legale vormen van precair, tijdelijk en onzeker wonen ontstaan.
Bij deze huurders word er in de regel geen sociaal plan getroffen om huisuitzetting te voorkomen of om vervangende huisvesting te garanderen. Ook al betaal je als flexhuurder wel elke maand keurig op tijd de huur, bij al deze deel-, leen-, hotel-, mobiel-, bewaak- doorstroom- of anderszins flex “concepten” krijgt de huurder er geen sociale bescherming (huurrechten) meer voor terug. Zo hebben flexhuurders nu helemaal geen (sociaal)recht op vervangende huisvesting en verhuiskostenvergoeding bij het einde van het contract. Het grondidee “wie de huur betaalt, is verzekerd van een dak boven haar hoofd” is passé.
De legale praktijk van huisuitzettingen.
In de praktijk zijn de consequenties van contractbeëindiging en van huisuitzetting precies hetzelfde. De huurder wordt gedwongen met korte opzegtermijn de woning te verlaten en staat, zonder sociaal plan, op straat. De sociale ellende van de groeiende groep ‘flexnomaden’ die noodgedwongen tussen tijdelijke woonruimten pendelt is op deze website veelvuldig beschreven. Dit, terwijl huurbescherming juist ooit als recht voor allen is uitgevonden om huurders te beschermen in een markt van schaarste. Met wachtlijsten van gemiddeld 8 jaar is de schaarste en groeiende woningnood nog immer daar.
De cijfers vertekenen.
De woningcorporaties hebben in hun onderzoek geen onderscheid gemaakt tussen huur en flexhuur. Dan tel je 4800 huisuitzettingen met als voornaamste reden huurachterstand. Maar over de precaire situatie en de huisuitzettingen van de inmiddels 10000den flexhuurders en mensen wonend met een onzeker contract wordt met geen woord gerept. (Lees hier de onvolledige lijst van het aantal mensen met een tijdelijke contract die het Ministerie heeft opgesteld). In de geprecariseerde huurmarkt is het betalen van de huur niet meer voldoende voor het behouden van een dak boven je hoofd. Enkel kijken naar huurachterstand is dus selectief (weg-)kijken.
De cijfers van Aedes verhullen dan ook veel. Voor een groeiende en diverse groep “flexhuurders” zijn sociale rechten wegberedeneerd uit de statistiek. Ze bestaan niet of misschien. Hun problemen worden ontkend. Dat is niet juist.
De veranderende verhoudingen als gevolg van de flexibilisering van het huren leidden tot door de politiek gelegitimeerde woononzekerheid. Dat vraagt om passende en nieuwe sociale wetgeving die wel inclusiviteit garandeert.
Onze sociale beweging Bond Precaire Woonvormen zet zich in tegen het ontstaan van een klasse B huurders en bepleit huurrecht voor iedereen. Stop huisuitzettingen en flexibilisering van huurcontracten, geef alle huurders, dus juist ook de groep kwetsbare “flex”huurders, recht op vervangende woonruimte en verhuiskostenvergoeding.
Corporaties, hulpverleners en overheden zijn heel goed bezig met de ingeslagen weg om het aantal huisuitzettingen te verminderen.
Neem, dan nu gemakshalve ook elke huurder mee en maak geen onderscheid tussen huurders. Wees een corporatie die staat voor alle huurders en niemand achterlaat. Want veilig, zeker en betaalbaar wonen willen we toch allemaal?
Bronnen: Van boven naar beneden.
Foto Woonstrijd flexnomaden breidt zich uit
Aedes Corporatiemonitor Huisuitzettingen en Huurachterstanden